85. En wie een andere religie wenst dan de islam, dat zal van hem niet aanvaard worden, en in het hiernamaals zal hij onder de verliezers zijn.
86. Hoe zal Allah mensen leiden die (het) ontkenden nadat ze het geloofden en er getuige van waren dat de boodschapper gelijk had en met duidelijke bewijzen bij hen kwam? Maar Allah geeft geen leiding aan de zondige mensen.
87. De 'beloning' voor hen is dat op hen de vloek van Allah rust, en (van) de engelen en (van) alle mensen.
88. Voor altijd blijven ze daar, hun straf zal niet worden verlicht, en ze zullen geen gratie krijgen.
89. Maar zij die daarna(*) berouw hebben en zich beteren, zeker, Allah is vergevingsgezind en barmhartig.
90. Zeker, zij die (het) ontkennen na het geloof en daarin volharden, hun berouw zal niet worden aanvaard; zo vergaat het hen die dwalen.
91. Zeker, zij die (het) ontkennen en sterven in hun ontkenning, een wereld vol goud zal niet van wie dan ook van hen worden aangenomen als losprijs voor zichzelf. Voor hen zal er een pijnlijke straf zijn, en ze zullen geen hulp krijgen.(*) bedoeld wordt vermoedelijk: na aanvankelijke afwijzing van de islam
Het moet gezegd dat dit stuk van zeven verzen een samenhangend beeld schetst van hoe de islam tegen ketterij aankijkt. Veel ruimte voor tolerantie is er niet. Voor wie afwijkt is er de hel.
Maar vers 87 maakt het allemaal nog iets griezeliger. Afgezien van het sarcasme dreigt de schrijver hier namelijk met vervloeking door mensen. Dat zou kunnen betekenen dat tegenstanders van de islam reeds in dit leven narigheid kunnen verwachten, en we weten inmiddels dat dat niet altijd bij theorie hoeft te blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...