zaterdag 25 februari 2012

Jozef (1)

Soera 12:3-19

Soera 12 gaat over Jozef en draagt ook die naam. De introductie van het verhaal over deze man in de Koran gaat als volgt:
3. We vertellen jullie het mooiste verhaal (dat er is), met dat we jullie deze koran onthullen; zeker, hiervoor waren jullie een van hen die het niet kenden.
Maar er was juist een goede kans dat er onder de toehoorders wel degelijk mensen waren die het verhaal kenden. Het was immers ten tijde van Mohammed al zeker een millennium oud en intussen gepubliceerd in allerlei talen, waaronder het Aramees. Joden en christenen uit die tijd zullen het verhaal ongetwijfeld hebben gekend. Maar juist zij zouden bij de versie die de koranschrijver opdist hun vinger hebben opgestoken, want er is van alles mis mee. Om te beginnen begint de koranschrijver niet bepaald bij het begin:
4. Toen Joesef tegen zijn vader zei: "O mijn vader, zeker, ik zag elf sterren en de zon en de maan, en ik zag ze voor me buigen",
De oudere tekst waar de koranschrijver dit van heeft vinden we in het eerste Bijbelboek, Genesis, hoofdstuk 37:
9. (...) Hij zei: Zie, ik heb weer een droom gehad; en zie, de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer. [10] Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, ...
Genesis 37 begint met Jakob, de vader van Jozef, vat nog even samen hoe zijn familie in elkaar zit (daarover in eerdere hoofdstukken van Genesis veel meer), dat Jozef het lievelingetje van zijn vader is en dat zijn broers hem niet kunnen luchten. De Koran slaat deze context over. De Koran laat ook weg dat Jozef niet alleen zijn vader maar ook zijn broers onder zijn gehoor had. In het vervolg van het relaas komen deze weglatingen goed van pas:
5. O mijn zoon, vertel dit visioen niet aan je broers, anders smeden ze een plan tegen je; zeker, de satan is een openlijke vijand van mensen.
Eén vers na het begin van het verhaal is er al duidelijk een andere koers ingezet. Een visioen is bijvoorbeeld wat anders dan een droom. Verder had Jozef de droom al aan zijn broers verteld, dus hoe kon zijn vader hem vervolgens waarschuwen dat niet te doen? En hoe kon Jakob weten dat Jozefs broers een 'duivels plan' tegen hem zouden smeden? Volgens Genesis:
10. (...) bestrafte zijn vader hem en zei tegen hem: Wat is dat voor een droom die je gehad hebt? Moeten wij, namelijk ik, je moeder en je broers, soms naar je toe komen om ons voor jou ter aarde neer te buigen?
Hier lezen we niet dat Jakob de broers van Jozef verdenkt van duivelse plannen, eerder dat hij Józef verdenkt van slechte plannen. En Jakob neemt het op voor zijn broers. In tegenstelling tot de vader-van-Jozef in de Koran, voorziet Jakob ook niet wat Jozefs broers van plan zijn, laat staan dat hij Jozef voor hen waarschuwt. En zo kan het gebeuren dat Jozef op de volgende manier ver van huis komt:
12. Eens gingen zijn broers weg om het kleinvee van hun vader te hoeden bij Sichem. [13] Toen zei Israël tegen Jozef: Weiden je broers het vee niet bij Sichem? Ga, ik stuur je naar hen toe.
Het verhaal dat dan volgt gaat ongeveer zo: Jozefs broers zien hem van een afstand aankomen en besluiten die "meesterdromer" uit de weg te ruimen. "Laten we eens zien wat er dan nog van zijn dromen terechtkomt!" Maar Ruben, de oudste broer, is het daar eigenlijk niet mee eens en laat hem in een drooggevallen put stoppen in de hoop hem later weer mee naar huis te kunnen nemen. Dan ziet Juda kans het nuttige met het aangename te verenigen: hij haalt zijn broers ertoe over om Jozef aan een voorbijtrekkende karavaan Ismaëlieten (of Midjanieten) te verkopen. Om een verklaring te hebben voor Jozefs vermissing sturen de broers zijn jas naar huis, verscheurd en onder het bloed, zodat zijn vader moet denken dat hij door een roofdier is gegrepen. Het 'probleem' is daarmee opgelost, maar Jozef zelf komt in Egypte terecht en vervolgt zijn leven als slaaf.

Nu terug naar soera 12. De vader van Jozef - het is niet duidelijk of de schrijver weet hoe die heet - waarschuwt Jozef in vers 5 voor zijn broers, maar kennelijk heeft dat geen zin, want in vers 8 lezen we:
8. (...) "Jozef en zijn broer zijn onze vader liever dan wij bij elkaar, dat is toch duidelijk verkeerd van die vader van ons.
9.  Laten we Jozef doden of hem naar een of ander (buiten)land laten brengen, (...)".
10.  Iemand van hen zei: "Dood Jozef niet, maar laat hem neer op de bodem van een put; als er reizigers langskomen, dan nemen die hem wel mee".
16. En ze kwamen 's nachts huilend bij hun vader.
17. Ze zeiden: "O, onze vader, echt, we waren gaan rennen en hadden Jozef bij onze spullen achtergelaten, en toen heeft de wolf hem opgegeten. Je gelooft ons zeker niet he? Maar we zijn echt eerlijk."
18. En ze lieten hem het hemd met namaakbloed brengen. Hij zei: "Nee, jullie gedachten hebben het je gemakkelijk gemaakt (...)"
Allerlei details zijn anders in deze versie van het verhaal. Het opvallendst vind ik de brutaliteit van de broers. In Genesis laten ze het verhaal over aan de fantasie van hun vader, maar hier vertellen ze hem precies wat er zogenaamd is gebeurd. Ze staan glashard te liegen. Aan de andere kant trapt hun vader er toch niet in: hij weet dat zijn zoons hem bedonderen en zegt dat ook. De relatie tussen de zoons en hun vader is volkomen verpest. Dat past goed in de islamitische ideologie: de stammen van Israël (de broers) zijn boeven, behalve de profeten (zoals Jakob), dat zijn een soort helderzienden.

En hoe gaat het nu verder, volgens soera 12?
19. Toen kwamen er reizigers. Ze stuurden hun waterdrager, die zijn emmer neerliet. Die zei: "Goed nieuws! Het is een jongen." En zij borgen hem op als handelswaar.
Volgens Genesis waren deze reizigers Ismaëlieten en/of Midianieten, mensen van het volk waarvan de Arabieren met trots menen af te stammen. De koranschrijver 'vergeet' dat te vermelden. Het was misschien niet politiek correct om de verbinding te leggen tussen het hooggeëerde publiek en deze handelaars die Jozef voor een appel en een ei van de hand doen op een Egyptische slavenmarkt.

donderdag 23 februari 2012

Zinloos geweld

Soera 2:30

In het vorige vers laat de koranschrijver Allah de zevende hemel bewonen, en dan komt er dit:
30. En toen je Heer tegen de engelen zei: "ik zal op aarde een kalief aanstellen", zeiden zij: "zult u hem daar aanstellen om daar onheil te stichten en bloed te vergieten, (terwijl) wij uw lof bezingen en u prijzen?" Hij zei: "Ik weet (het), jullie weten (het) niet".
Over welke kalief (heerser) zou het hier gaan? Iemand, in elk geval, die als een beest tekeer gaat, nota bene aangesteld door Allah (we moeten aannemen dat de schrijver die bedoelt). Mogen wij ook weten wat daarvan de zin is? Nee, want zelfs de engelen worden door Allah niet ingelicht. Dus wij zéker niet, begrijpt u wel? Zonder verdere uitleg staat je verstand bij dit soort verzen stil, en misschien was dat nou wel precies de bedoeling.

zondag 12 februari 2012

Falen in de zevende hemel

Soera 2:29
29. Hij is het die voor jullie alles maakte dat er op Aarde is, en zelf vestigde hij zich in de hemel, waar hij de zeven hemelen voltooide, en hij weet alle dingen.
Dat van die "zeven hemelen" kan de schrijver niet uit de Bijbel hebben, want daar staat het niet. Vóór de opkomst van de islam was het niet christelijk en ook niet Joods om het over zeven hemelen te hebben.

Hoe kwam de schrijver er dan aan? Misschien had hij uit het mystieke "Sefer Yetzirah" (Boek van de Schepping), dat voor de koranschrijver nog net op tijd in omloop kwam om eruit te kunnen putten.

Maar meer voor de hand ligt de invloed van het Zoroastrisme, de Perzische religie die door de expansie van de Sassanieden tot in Arabië was doorgedrongen. In de smeltkroes van religies die Arabië in de late oudheid moet zijn geweest, kan het de koranschrijver nauwelijks worden verweten dat hij geen scherp onderscheid kon maken tussen wat wel en wat niet tot de Bijbelse geloofstraditie behoorde.

Lazarus

Soera 2:28
28. Hoe kun je Allah verloochenen terwijl je dood was en tot leven was gewekt? Hij zal je weer laten sterven en weer tot leven wekken, en dan zul je naar hem worden teruggestuurd.
Ik vraag me af hoeveel moslims dit vers begrijpen. Intrigerend is het wel. De schrijver presenteert ons hier namelijk iemand die bij elkaar opgeteld drie keer leeft en minstens twee keer dood gaat. Over wie heeft hij het dan?

De Koran mist de nodige context, maar vaak kunnen we die wel in de Bijbel vinden. Zo kunnen we bijvoorbeeld denken aan Jezus' vriend Lazarus, die volgens de evangelist Johannes (hoofdstuk 11) sterft maar door Jezus weer wordt levend gemaakt. Volgens de Nieuwtestamentische leer zullen mensen in het hiernamaals een nieuw leven krijgen; bij Lazarus is dat dan in zekere zin zijn derde leven. Het probleem met deze parallel is alleen dat we van Lazarus niet kunnen lezen dat hij "Allah verloochende". Verhaspelt de koranschrijver hem dan misschien met Petrus, de man die Jezus wel verloochende (Marcus 14)? Dat zou kunnen. Maar omdat de Koran hier geen namen noemt zullen we dat maar in het midden laten.

maandag 6 februari 2012

De verliezers waren fout

Soera 2:27
27. Zij die het verbond met Allah verbreken na de bevestiging en scheidt wat Allah heeft geboden te verbinden en onheil stichten in het land; zij zijn de verliezers.
Dit vers blinkt toch wel uit in onduidelijkheid. Over welk verbond gaat het hier? Welke band wordt hier verbroken? Wat betekent "onheil stichten" precies? En wat betekent het om "verliezers" te zijn?

Het zou kunnen dat deze zinsneden allemaal bij elkaar horen, en dat "zij", die de een of andere unie opbliezen, een oorlog ontketenden waar ze zelf het slachtoffer van werden. De schuld van die oorlog en de bijbehorende slachtoffers ligt dan natuurlijk bij die verbondsbrekers. De verliezers krijgen in de islam trouwens altijd de schuld. Dat is een heel praktische benadering, omdat de winnaars zich dan niet rot hoeven te voelen.

Dit soort oorlogsethiek is natuurlijk prima zolang je zelf de winnaar bent, zoals steeds het geval was tijdens de eerste eeuw van de Arabische expansie. Maar het doet dan wel extra pijn als je teruggeslagen wordt, zoals bijvoorbeeld tijdens de kruistochten gebeurde. Dat trauma is de islam nooit meer te boven gekomen. Ook de Joodse staat Israël is om die reden voor moslims onverteerbaar. Winnen is immers voorbehouden aan moslims, verliezen aan de rest.

In het christendom ligt dat heel anders. Christenen zijn erop ingesteld het onderspit te delven, zij stellen hun hoop op iets beters dan militaire overwinning. Lees bijvoorbeeld in Lukas hoofdstuk 9:
24. (...) wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij [Jezus], die zal het behouden. [25] Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen en zichzelf te verliezen of zelf schade te lijden?

zondag 5 februari 2012

Van een mug

Soera 2:26
26. Zeker, Allah heeft geen moeite een vergelijking te trekken met een mug of iets hogers; zij die geloven, weten dat het de waarheid van hun heer is, maar zij die ontkennen zullen zeggen: "Wat wil Allah met die vergelijking zeggen?" Velen raken erdoor verloren en voor velen is het een gids, maar alleen de overtreders raken verloren.
De schrijver zal ongetwijfeld een concreet verhaal in gedachten hebben gehad, maar de vergelijking met de mug vinden we nergens in de Koran. Ook niet in de Bijbel overigens, dus ik zou niet weten op welke parabel de koranschrijver hier doelt.

Er is wel een Bijbelpassage die wat aan dit vers doet denken, namelijk in Mattheüs 13:
10. En de discipelen kwamen naar Hem toe en zeiden tegen Hem: Waarom spreekt U tot hen door gelijkenissen? [11] Hij antwoordde en zei tegen hen: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven.
Jezus' leerlingen krijgen vervolgens wel degelijk de uitleg (en wij in dit geval ook). Het verschil met Soera 2 vers 26 is dat Jezus de vergelijking niet vertelt met het risico een deel van de toehoorders op het verkeerde been te zetten; hij weet alleen dat sommigen de boodschap toch niet willen horen en vertelt ze daarom in plaats daarvan een verhaal. Sommigen zullen daar toch nog wat aan hebben gehad. En dat is toch een stuk beter.

Hemel zonder Allah

Soera 2:25
25. Breng goed nieuws aan hen die geloven en goede werken doen, dat voor hen de tuinen zijn, waaronder rivieren; telkens als hen daarvan fruit gegeven wordt, zullen ze zeggen: "dit kregen we vroeger ook!". Zij zullen iets dergelijks krijgen, en zij zullen daar zuivere partners hebben, en zij zullen daar (voor altijd) blijven.
"Beetje saai", is de eerste gedachte die bij mij opkomt. Meer van hetzelfde.

Zoals we wel vaker zien, moet men vooral letten op wat er niet staat. Want waar is bijvoorbeeld Allah in dit plaatje? In dit vers, en in de vele andere verzen van deze strekking, komt Allah kennelijk niet in de hemel.

Zowel in het jodendom als in het christendom is dat wel anders: daar is er de hoop in het hiernamaals met God samen te zijn. Met een God van Liefde.

zaterdag 4 februari 2012

Een afgoddelijk hoofdstuk

Soera 2:22-24
22. Die voor jullie de aarde maakte als bed en de hemel als dak, en gaf water van de hemel voor het groeien van fruit voor jullie; en hou het niet voor een god, je weet (het) wel.
23. En als je twijfelt aan wat we naar onze dienaar hebben opgestuurd, kom dan zelf met een soortgelijk hoofdstuk, en roep jullie getuigen naast Allah op, als jullie eerlijk zijn.
De eerste oproep, in vers 22, is om geen afgod te maken van dingen in de natuur. Akkoord. Maar in vers 23 wordt iets dat handgeschreven is, een hoofdstuk, tot iets goddelijks verheven. Het zou zogenaamd niet te doen zijn om iets dergelijks opnieuw te fabriceren. Nou zou ik eerlijk gezegd niet weten waarom het niet zou lukken om een koranhoofdstuk uit de duim te zuigen, maar aan de andere kant, waarom zou je zoiets willen doen?
24. Maar als jullie het niet doen - en dat zullen jullie niet - vrees dan het vuur dat mensen en stenen als brandstof heeft, dat wordt opgestookt voor de ontkenners.
De 'ontkenners' (mensen die de islam afwijzen) moeten dus wel met een alternatieve soera komen, anders zwaait (of in dit geval: laait) er wat!

vrijdag 3 februari 2012

Stress

Soera 2:21
21. O jullie, mensen, aanbid jullie heer die jullie heeft gemaakt, en hen vóór jullie, dat jullie ontzag zullen hebben.
Twee dingen vallen op aan dit vers. Zo vindt de schrijver kennelijk dat mensen worden gemaakt in plaats van geboren. Nou goed, laten we dat maar als een dichterlijke vrijheid opvatten.

Het vers eindigt met de woorden "...dat jullie ontzag zullen hebben". Andere vertalingen hebben "zelfbeheersing", "afweren van kwaad", "oppassend zijn", "(Allah) vrezen", "vroomheid", "rechtvaardigheid" enzovoorts. Kennelijk is het woord lastig te vertalen.

In een aantal koranverzen vinden we ook de retorische ontkenning: "zullen jullie dan geen ontzag hebben?" Ook hiervoor vinden we andere vertalingen, zoals: "zullen jullie dan het kwaad niet afweren?", "jullie plicht betrachten?", "vroomheid tonen?".

De context van de verzen waarin deze uitdrukking zoal voorkomt helpt ook niet echt. Soms denk je dat het "respecteren" of "vrezen" betekent, soms lijkt "verdedigen" of "afweren" een betere vertaling. Kortom, "op je hoede zijn". Een stressvolle levenshouding, als je het mij vraagt. Lijkt me niet fijn.