donderdag 9 juni 2011

Geloof

Soera 2:177
177. Het is geen vroomheid dat je het gezicht wendt naar het oosten of het westen, maar het is vroomheid om te geloven in Allah en in de Laatste Dag, en de engelen, en het Boek, en de profeten, ...
Het hele vers is langer, maar ik wil even stilstaan bij dit eerste, tamelijk opmerkelijke deel. In vers 143 van deze soera (zie "Gebedsrichting") maakte de schrijver een enorm punt van de gebedsrichting, maar nu schijnt dat er ineens niet meer toe te doen. Wat er dan wél toe doet is nog opmerkelijker. Moslims worden geacht in maar liefst vijf dingen te geloven, te weten: een godheid, engelen, bepaalde mensen, een boek en een gebeurtenis.

Dat is een rare opsomming. Je kunt geloven in God (die niet te zien is), en je kunt verder ook geloven dat Hij bepaalde eigenschappen heeft en bepaalde dingen wil en/of heeft gezegd. Maar wat is geloven in een boek? Is dat boek dan ook onzichtbaar? Een boek kun je toch gewoon lezen? Ook het geloven in "de laatste dag" is niet te vergelijken met het geloof in een god, tenzij dat geloof niet verder gaat dan geloven dat Hij er is, respectievelijk dat hij ooit komt. Kortom, het lijstje te geloven zaken is wel erg divers. En dan hebben we het nog niet eens over het probleem dat Jezus, die in de islam toch als profeet wordt geëerd, dingen heeft gezegd die totaal haaks staan op wat de Koran en de islam zeggen.

Maar goed. Behalve dat een goede moslim (in) een vijftal personen, groepen van personen, dingen en toekomstige gebeurtenissen moet geloven, moet hij ook nog een aantal tastbare activiteiten ontplooien. Namelijk:
177. (...) en te besteden van je eigen levensonderhoud, uit liefde voor Hem, aan je naaste familie, aan de wezen en de armen, aan de reiziger en aan de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven; en hou je aan de regelmatige gebeden en betaal de armenbelasting ...
Mij valt op dat hier een hele rij figuren worden genoemd die de hand ophouden, en die handen moeten kennelijk allemaal door de vrome worden gevuld. Gaat dat wel goed, vraag je je af? Afgezien daarvan: de goede daden die hier worden genoemd zijn allemaal van materiële aard. De moslim hoeft kennelijk niet van al die mensen te houden, hij moet van Allah houden. Ook de rest van dit vers heeft het niet over liefde voor de medemens (maar over het houden van afspraken en koel blijven in spannende tijden).

Komt dit een beetje overeen met wat de Bijbel te vertellen heeft? Nou, niet erg. Jezus bevestigt volgens Marcus (hoofdstuk 12) de essentie van de Joodse Wet als volgt:
30. (...) u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
31. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. 
Het sleutelwoord: liefde. De Koran is niet scheutig met dat woord, het misstaat misschien te veel tegen de achtergrond van bedreigingen, verdachtmakingen en kwaadsprekerij.

En dan nog iets. Als je erop let zie je het vaker: in de Koran is wat er niet staat vaak veelzeggender dan wat er wel staat. In vers 177 vinden we namelijk de opdracht voor de wezen te zorgen, maar weduwen worden niet genoemd. In de Bijbel worden die meestal in één adem genoemd, bijvoorbeeld in Psalm 68:
6. Vader van de wezen en Rechter van de weduwen: dát is God in Zijn heilige woning; 
Of in Jeremia 49:
11. Laat uw wezen achter, Ík zal hen in het leven behouden, en laten uw weduwen op Mij vertrouwen. 
Is er in de Koran dan niets voor weduwen geregeld? Jawel: in (totaal) één vers krijgen mannen de opdracht een weduwenpensioentje (voor 1 jaar) voor hun eigen vrouw te regelen. Hoe het dan verder moet? Wij wensen de moslimweduwen veel sterkte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...