vrijdag 3 juni 2011

Geheimhouding (H)

Soera 2:174-176

Iets waar de koranschrijver zich kennelijk erg boos om heeft gemaakt is dat hij van de Bijbelkenners in zijn tijd niet te horen kreeg wat hij wilde horen. Volgens de koranschrijver hielden ze dingen voor hem verborgen, tegen betaling, vandaar dat hij ze met vreselijke straffen in het hiernamaals bedreigt:
174. Zeker, zij die delen verbergen van wat Allah in het Boek heeft onthuld, en daarmee een beetje geld verdienen, zullen daarvan alleen vuur in hun buik krijgen. Allah zal op de dag van de opstanding niet met ze praten en ze niet van smetten zuiveren; pijnlijk zal hun bestraffing zijn.
Ik vraag me af of de mensen die de koranschrijver hier bedoelt zich wel van enig kwaad bewust waren. Verzen van gelijke strekking die we al eerder in deze soera tegenkwamen (140, 146, 159) geven ook niet veel details die ons zouden kunnen onthullen waar de koranschrijver het in vredesnaam over heeft. Het moet wel heel erg zijn, want de schrijver zet zijn gloedvolle betoog nog een aantal verzen voort:
175. Zij zijn degenen die dwaling voor leiding verruilen en kwelling voor vergiffenis. Wat een toewijding om in het vuur te komen!
176.  Omdat Allah de waarheid heeft onthuld in het Boek; zij die in dat boek tegenspraak zoeken zijn duidelijk ketters.
Ja sorry, maar ik vind dat dus helemaal niet zo duidelijk. Het enige duidelijke is dat 'die anderen' zogenaamd corrupt zijn en heel erg zullen worden gestraft, nu en in het hiernamaals. En misschien is dat wel het enige wat de schrijver werkelijk wilde dat wij zouden begrijpen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...