vrijdag 5 oktober 2012

Doorslaande argumenten

Soera 4:46-47
46. Van de Joden zijn er die woorden uit hun verband halen en verdraaien. Ze zeggen: "We hebben het gehoord maar luisteren niet", en: "Luister naar wat je niet kunt horen", en: "Luister naar ons!" Ze verdraaien de woorden met hun tong en halen de godsdienst door het slijk. Maar als ze hadden gezegd: "We hebben het gehoord en gehoorzamen", en: "Luister, en kijk naar ons", dan zou dat beter zijn geweest voor hen, en gepaster. Maar Allah heeft hen vanwege hun ontkennen vervloekt. Zij geloven (dus) niet, behalve een klein deel (van hen).
De schrijver kon niet lachen om de grapjes van de Joden, die er schijnbaar een handje van hadden de islamprediker met zijn eigen woorden voor schut te zetten.

Het draait in dit vers om luisteren. De Joden vonden het islamitische gepraat niet om aan te horen. Ze wilden er niet naar luisteren en er al helemaal niet naar handelen. De moslimspreker werd niet op zijn woord geloofd, wat de schrijver niet netjes vindt. Maar volgens hem is er iets anders dat de Joden zou moeten overtuigen, namelijk hun eigen boek (de Tenach):
47. O (van) jullie aan wie het Boek gegeven is! Geloof wat wij geopenbaard hebben, wat bevestigt wat jullie (al) hebben, ...
De schrijver dacht dat het Joodse religieuze boek (de Tenach) de boodschap van zijn religie wel zou onderstrepen. Hij wist kennelijk niet wat wij wel weten, namelijk dat daar geen sprake van kon zijn. Het beroep op de Tenach had dus ook geen zin. En dan speelt de schrijver zijn laatste troefkaart uit:
47 (...) voordat we jullie gezicht omkeren of jullie vervloeken zoals we de sabbatsontheiligers vervloekten. Wat Allah gebiedt, gebeurt.
Dreigen! Dat werkt altijd. Vooral als je die dreigementen zo af en toe zelf waarmaakt. Uit de geschiedenis van de islam weten we dat deze benadering uitstekend heeft gewerkt, en ook tegenwoordig blijkt de kracht van de islam toch vooral in de dreigementen te zitten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...