vrijdag 4 november 2011

Geven en nemen: aalmoezen van de doden

Soera 2:267-268
267. O, jullie die geloven! Besteed van de goede dingen die je hebt verdiend en van wat wij voor jullie uit de aarde hebben laten opschieten. (...)
Verzen van deze strekking vinden we meer, bijvoorbeeld nummer 195 en 254. En vanaf vers 261 tot hier gaat het eigenlijk steeds over het geven "op de weg van Allah". Maar hier vinden we toch iets origineels, misschien ingegeven door een vraag die de term "goede dingen" oproept: wat nou als je iets zou willen weggeven wat minder goed is? Wel, dat vindt de schrijver geen goed idee:
267 (...) En richt je niet op wat slecht is om daarvan te delen, wat je niet eens zelf zou nemen als er niet wat van de prijs af ging. En weet dat Allah rijk is en prijzenswaardig.
De norm voor de gelovigen staat aan het eind van dit vers: doorgaan voor rijk en prijzenswaardig. Dus geen oude, goedkope troep leveren en ook geen andere dingen waarvoor je je zou schamen.

Toegegeven, voor de gevers is dit een nobel streven. En ook de ontvangers zullen er ongetwijfeld wat mee opschieten. Uit voorgaande en volgende verzen weten we trouwens dat met die ontvangers de armen bedoeld zijn. Tot en met vers 274 is het geven van aalmoezen aan de armen de rode draad, maar ondertussen komen er ook een aantal interessante theologische standpunten langs. Bijvoorbeeld hier:
268. De satan belooft je armoede en spoort je aan tot wangedrag, maar Allah belooft je zijn vergiffenis en overvloed; en Allah is alomvattend en wetend.
Voor de twijfelaars: het woord "belooft" is in beide gevallen de vertaling van hetzelfde Arabische woord. De schrijver zag hier ongetwijfeld een fraaie symmetrie in, maar dat de satan armoede zou 'beloven' is op zijn zachtst gezegd verrassend. Een Bijbelvers dat hier op lijkt vinden we in het Evangelie naar Johannes, waar Jezus het volgende zegt:
Joh. 10:10. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.
De tegenstelling is hier aan de ene kant de naamloze boosaardige, aan de andere kant Jezus: Jezus biedt leven en overvloed, de tegenstander steelt en zaait dood & verderf. Hoewel de teksten ruwweg dezelfde strekking hebben, zijn het de details die het hem doen. Want wie ging stelend, slachtend en verwoestend door het leven? Precies: Mohammed, de kampioen van de islam. In plaats van leven, dat Jezus gaf, lezen we in de Koran over vergiffenis, wat de bende van Mohammed ongetwijfeld hard nodig had. Maar van armoede hadden ze door hun plundertochten weinig last. En dat, gelovigen, is het kenmerk van de ware godsdienst. Ahem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...