donderdag 18 augustus 2011

Rechtsomkeerd voor het bed

Soera 2:236-237

De verzen 236 en 237 die we zo dadelijk gaan lezen betreffen een gebruik dat in het Engels dower heet, een gift van de bruidegom aan de bruid, dus niet een bruidsschat. In het Germaanse gebied tijdens het Romeinse Rijk bestond er ook zoiets, daar had het het karakter van een weduwenpensioenregeling. De Koran maakt niet duidelijk wat de bruid met die schat moet. Maar de regels die in werking treden als het huwelijk op het laatste moment niet doorgaat, zijn wel interessant.
236. Je bent niet schuldig als je van vrouwen scheidt voordat je omgang met haar hebt of een aandeel aan haar hebt toegekend. Tref voor haar een regeling, de rijke zoals past bij zijn vermogen, en die met smalle beurs zoals past bij zijn vermogen. Een redelijk bedrag mag worden verwacht van iemand die het goede wil doen.
 237. En als jullie van haar scheidt voordat je omgang met haar hebt maar nadat je een aandeel aan haar hebt toegekend, dan de helft, tenzij zij er vanaf ziet of hij die de huwelijksband in handen heeft. Het is rechtvaardiger om er vanaf te zien. En vergeet ook niet om goed voor elkaar te zijn. Allah ziet wat jullie doen.
Het laatste deel van vers 237 vind ik wel koddig. Want de koranschrijver grijpt allerlei mogelijkheden aan om er maar voor te zorgen dat de bruidegom onder zijn verplichtingen uit kan komen. Dit hele artikel is eigenlijk boterzacht, want waar het op neerkomt is dat de bruid er bijna toe wordt gedwongen niet over die schat te zeuren, zelfs al is de afspraak al gemaakt.

Je vraag je af: als het de koranschrijver erom te doen is de regeling ongedaan te maken als de bruidegom zich nog voor de huwelijksnacht bedenkt, waarom zegt hij dan niet meteen dat de regeling pas ingaat na de eerste daad? Dat zou namelijk volmaakt passen bij de Germaanse gewoonte die in het Romeinse Rijk al eeuwen bekend was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...