vrijdag 27 mei 2011

Alleen Allah's gelovigen


Soera 2:165-167

Het volgende vers is een afwijzing van geloofsrichtingen waarin mensen er naast Allah nog andere goden op na houden. 
165. Maar er zijn mensen die voor zichzelf anderen naast Allah nemen, zij houden van hen zoals ze van Allah zouden moeten houden - de gelovigen houden meer van Allah. (...)
Met "de gelovigen" zal de schrijver wel moslims bedoelen, iedereen de naast Allah er nog andere goden op nahoudt is dus geen gelovige. Over wat voor groep of groepen zou de schrijver het hier hebben?

Nu weten we toevallig dat de islam zich in het begin vooral tegen het christendom afzette, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de inscripties op de Rotskoepel. We weten ook dat het christelijke leerstuk van de Drie-Eenheid in de ogen van moslims neerkomt op polytheïsme, en dat Jezus in de Koran nadrukkelijk als niet-God wordt neergezet is ook bekend. Kortom, vers 165 zou best wel eens op christenen kunnen slaan. De schrijver laat er geen gras over groeien en stelt in hetzelfde vers al straf in het vooruitzicht:
165 (...) Och konden die overtreders maar zien, wanneer de bestraffing komt, dat alle macht aan Allah is en dat hij streng is in het bestraffen!
Maar het is de schrijver niet genoeg dat de 'polytheïsten' te zijner tijd straf krijgen, hij moet ze nu al door het slijk halen door te voorspellen dat de leiders en het volk elkaar als een baksteen zullen laten vallen:
166. Dan zouden degenen die gevolgd worden zich ontdoen van hun volgelingen: zij zouden de straf zien en alle banden verbreken.
167. En alle volgelingen zouden zeggen: "konden we maar terug, dan zouden we hen verloochenen zoals zij ook ons verloochend hebben". (...)
De fantasie van de schrijver is hier volledig op hol. En zoals zo vaak in de Koran eindigt de rit in de hel:
167 (...) En zo zal Allah hun laten zien dat hun daden tot vreselijke spijt leiden, en zij zullen nooit meer uit het vuur komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...