zondag 5 augustus 2012

De machtige halve waarheid

Soera 2:129

Dit vers begint op dezelfde manier als vers 128:
129. Onze heer! En laat onder hen een boodschapper opstaan die hen zal voorlezen en onderwijzen uit het Boek en de Wijsheid, en reinig hen; zeker, u bent de machtige, de wijze.
Sprekers zijn Abraham en Ismaël, die volgens de Koranschrijver de fundamenten van het Huis legden. Dit gebouw kan eigenlijk nergens anders dan in Kanaän hebben gestaan, en de mensen waaraan Abraham denkt moeten dan wel de nakomelingen van Izaäk zijn (de "zoon van de belofte"). Maar de Koran is uit het verband los en laat Ismaël een rol spelen in plaats van Izaäk. Dat geeft de onwetende lezers precies het benodigde zetje om te denken dat de Ismaëlieten het bevoorrechte volk waren, en dat de Boodschapper één van hen zou zijn.

En zo komt het dat een tekst die ooit over de Israëlieten en over Jezus ging, in de islam gelezen wordt alsof het over de Arabieren en over Mohammed gaat. Deze Mohammed onderwees echter niet uit het Boek, de Bijbel, maar las voor uit eigen werk, de Koran. Met wijsheid had dat weinig te maken, en met reinheid nog minder.

vrijdag 3 augustus 2012

Vage rituelen

Soera 2:128
128. Onze heer, maak ons (mensen die) aan u onderworpen (zijn), en van onze nakomelingen een volk dat aan u onderworpen (is), en toon ons onze rituelen (die wij moeten uitvoeren); keer u tot ons, (want) ú bent degene die zich (tot mensen) keert, de genadige.
Het woord: "rituelen" vinden we elders in de Koran alleen nog in vers 200, waar het gaat over wat de gelovigen moeten doen bij (of in) het 'heilige monument' - al is ook daar niet duidelijk wat voor handelingen dat dan zijn.

De Rotskoepel in Jeruzalem,
voordat deze werd afgewerkt
met verguld aluminium
(OSU Archives)
Het verband van dit vers is vermoedelijk het vorige vers, waarin het gaat over het gebouw waarvan Abraham en Ismaël de fundamenten zouden hebben gelegd. Dat gebouw is tegenwoordig de Rotskoepel in Jeruzalem. Maar als moslims op bedevaart gaan komen ze in Mekka terecht, en vervolgens worden dáár de rituelen uitgevoerd. Vanwege de enorme vaagheid van de Koran is het niet verwonderlijk dat moslims letterlijk en figuurlijk de weg kwijt zijn.

zondag 29 juli 2012

Vergissing van het huis

Soera 2:127


In vers 125 krijgen Abraham en Ismaël zogenaamd de opdracht een 'huis' te wijden aan de islam. Uit de beschrijving kunnen we opmaken dat men ergens omheen kon lopen en er ook kon binnengaan. Dit lijkt te passen bij de Rotskoepel in Jeruzalem, die eerst van hout was en in die uitvoering gebouwd werd door een zekere Omar ibn al-Chattab (584-644), tevens Koranschrijver.
127. En toen Ibrahim en Ismaïl de fundamenten van het huis op hoogte brachten, (baden zij): "O Heer, aanvaard (dit) van ons! Zeker, u bent de horende, de wetende".
De schrijver geeft dit 'huis' de nodige geestelijke betekenis door Abraham en Ismaël aan te wijzen als de grondleggers, hoewel die mannen meer dan tweeduizend jaar eerder leefden. De werkelijkheid was echter anders.

Toen moslims zich van de Tempelberg meester maakten hadden er al drie Joodse tempels gestaan. Omar bouwde, kennelijk zonder dat te weten, op de fundamenten die niet Abraham maar Herodes de Grote had gelegd. Het tempelcomplex dat Herodes liet bouwen werd een eeuw later door de Romeinen met de grond gelijk gemaakt. Maar deze plaats, de top van de berg Moria, is voor Joden altijd belangrijk gebleven. Op de één of andere manier is deze plaats daarom ook voor de islam van belang.

Het tegenwoordige religieuze centrum van de islam, niet in Jeruzalem maar in Mekka, is van later datum. Hoewel Abraham vermoedelijk wel eens in Jeruzalem (Salem) op bezoek is geweest, was hij nooit in Mekka. De zwarte steen die daar aanbeden wordt heeft bovendien niks met het geloof van Abraham te maken.